|
||||||||
|
Het parcours van de Waalse pianist is op zijn minst merkwaardig te noemen: ooit was hij, samen met de drie Christians -Willems, Wagemans en Boissart- de vaste begeleidingsband van wijlen Pierre Rapsat, maar nadien ging hij zich toeleggen op solowerk en maakte hij ruim vijftien platen, die hier bij ons nauwelijks een rimpeling veroorzaakten, maar die door een gelukkig toeval wel in China terechtkwamen: zijn toenmalige uitgever, wijlen André D’Anjou, was op de Midem in Cannes, aan de praat geraakt met enkele collega’s uit Taiwan en had hen enkele platen van Maljean toegestopt. Grote verrassing, toen enkele maanden bleek dat die platen ginds vele male vaker verkocht werden dan in Europa het geval was. Jean)François reisde dus naar Taiwan en kwam er terecht in een circuit van middelgrote zalen, waar steevast het “sold out”-bordje aan de deur hing. Voor iemand, die niet zolang daarvoor van een ontevreden klant van het Brusselse Métropole Hotel 50 frank aangeboden kreeg om te stoppen met spelen, was dat een serieuze eye-opener en in 2003 besloot Maljean zelf eens te gaan kijken of er mogelijkheden waren om ginds een carrière te bouwen en dat bleek, ondanks enkele startproblemen nog te lukken ook. Sindsdien reisde hij geregeld mee met Belgische handels- en culturele missies, waar hij voor de muzikale omkadering moest zorgen. Die concertjes zorgden op hun beurt voor naambekendheid en daar kwamen dan weer meerdere tournees uit voort, heel vaak in en om Wuhan, de miljoenenstad, die we sinds Corona allemaal kennen. Toen Corona uitbrak, schreef Maljean, als ondersteuning voor de bewoners en het zorgpersoneel van Wuhan, het liedje “Chime of the Dawn Bells”, dat werd ingezongen door dochter Noémie en da voorzien werd van een filmpje, waarin de hoofdrol weggelegd was voor het zorgpersoneel. Dat groeide in géén tijd uit tot de hymne van de strijd tegen Covid en de clip van het nummer, werd honderden miljoenen keren bekeken op YouTube. Gevolg: de status van Maljean schoot naar een ongekende piek en het succes dat hem in eigen land niet gegund leek, overkwam hem via deze omweg toch. In de nasleep van dat hele verhaal werd begin dit jaar deze “Living Together” digitaal op de wereld losgelaten en is vanaf nu ook op ouderwetse CD beschikbaar. Van de achttien nummers, die erop staan, zijn er dertien van de hand van Maljean zelf, inclusief de stemloze versie van “Chime of the Dawn Bells” en een remix van het titelnummer. De andere melodieën werden geleend van een mij totaal onbekende Alfred de Pauw (“La Route Qui Ne M!ne à Rien”, van de Chinese dichter en componist Wang Luo Bin (“Kang Ding Love Song” en “In a Very far Area”), van de militaire supercomponist He Fang is er “Jasmine Flower”, wat ongeveer de Chinese song moet zijn, die buiten China het meest bekend is en tenslotte is er een niet meteen te herkennen cover van “Rockstar”, de Tik Tok-hit van Emdi & I.Got.U. Als je deze plaat een paar keer beluistert, dan hoor je een veelzijdige pianist met een herkenbare toon en een erg groot gevoel voor melodie. Je bent dan niet langer verwonderd dat hij door Steinway tot ambassadeur uitgeroepen werd, net zoals het niet verwonderlijk is, dat er een zusterband gecreëerd werd tussen Wuhan en Wallonië. Heel fijne (her)kennismaking met een mens, die zeker een deel was van mijn muzikale jeugd, maar die sindsdien een beetje uit mijn zicht verdwenen was. (Dani Heyvaert)
|